Menu
Menu
Van deze parasieten hebben dieren én mensen last.
Wormen zijn parasieten die in het lichaam van je hond kunnen leven. Wormen bij honden kunnen in het maagdarmstelsel maar ook in organen zitten, zoals het hart en de longen.
Sommige wormen bedreigen ook onze gezondheid. Het is dus belangrijk te weten hoe je ze kunt aanpakken!
De levenscyclus van wormen bestaat doorgaans uit drie stadia: eitje, larf en volwassen worm. Sommige wormen hebben voor hun levensstadia meerdere diersoorten oftewel ‘gastheren’ nodig om tot ontwikkeling te kunnen komen. Een hond of kat kan met wormen besmet raken door het eten van een besmette ‘tussengastheer’ als slak of knaagdier, of door een steek van een besmette mug. De vlo kan de ‘tussengastheer’ van de lintworm zijn. Vandaar het advies ervoor te zorgen dat je dier vlovrij is voordat je gaat ontwormen.
Een besmetting met wormen is lang niet altijd te zien. Afhankelijk van de wormsoort kan het soms weken tot zelfs maanden duren eer je de aanwezigheid van wormen in de ontlasting of het bloed kunt aantonen. Extra vervelend is dat sommige wormbesmettingen kunnen overgaan van dieren op mensen. Een infectie die van dier op mens kan overgaan, noemen we een zoönose.
Wormen bij honden kun je indelen in twee groepen: rondwormen en platwormen, wat iets zegt over hun vorm.
Tot de rondwormen behoren bijvoorbeeld:
Tot de platwormen:
De meest bekende soort wormen bij honden is wel de spoelworm, die in de dunne darm van honden en katten leeft. Vrouwtjesspoelwormen kunnen tot wel 200.000 eitjes produceren, die via de ontlasting in de omgeving terechtkomen. En let wel: dat aantal eitjes produceren ze dan, schrik niet, per DAG!
Spoelwormeitjes zijn taaie jongens. Ze zijn weersbestendig en kunnen lange tijd in de omgeving overleven. Ze plakken een beetje, waardoor ze gemakkelijk door dieren kunnen worden ingeslikt of aan de vacht blijven hangen. Bij ons blijven spoelwormeitjes vaak aan onze schoenen kleven. Als de eitjes in het lichaam van de hond terechtkomen, kunnen ze van larf uitgroeien tot volwassen spoelwormen, die op hun beurt weer eitjes gaan leggen die met de ontlasting mee naar buiten komen. En dan is de cirkel rond. Wormen bij honden zijn daarmee een hardnekkig probleem.
Jonge dieren kunnen al in de baarmoeder of via de moedermelk met spoelwormen besmet worden en daardoor vervelende klachten krijgen. Symptomen van een spoelworminfectie kunnen bijvoorbeeld zijn:
Bij volwassen dieren geven spoelwormen vaak minder of geen klachten omdat oudere dieren meer weerstand hebben dan pups en kittens, tenzij het om een flinke besmetting gaat. Vaak is er dan sprake van braken of diarree. Ook mensen kunnen een spoelwormbesmetting oplopen! Meestal worden we er niet ziek van, maar als dat wel gebeurt, kunnen de gevolgen soms behoorlijk ernstig zijn. De wormlarven kunnen zich via de darmwand een weg banen naar andere organen en zo voor bijvoorbeeld koorts en allergie- of ademhalingsklachten zorgen. Ze kunnen zelfs de ogen bereiken, wat kan leiden tot blindheid.
Ook andere wormsoorten kunnen voor vervelende problemen zorgen. De klachten kunnen, afhankelijk van de soort worm en de ernst van de besmetting, variëren van een afwijkende ontlasting als diarree of juist verstoppingen, bloedarmoede en vachtproblemen tot vermageren, ademhalingsproblemen (hoesten) en hartfalen. Altijd is dan een gerichte behandeling door de dierenarts nodig.
Wormen voorkomen is heel erg lastig. Je dier hoeft maar te snuffelen aan besmet gras of te eten van een besmet dier, denk aan een kat die een muis vangt, om een besmetting op te lopen. Maar je kunt wel de nodige voorzorgsmaatregelen nemen. Dat is belangrijk voor de gezondheid van zowel mens als dier!
Uit een onderzoek dat een aantal jaren geleden in Utrecht werd uitgevoerd, bleek dat 59 procent van de openbare zandbakken was besmet met spoelwormeitjes!
Het is belangrijk pups en kittens altijd te ontwormen, aangezien de kans dat ze via de moedermelk of in het geval van honden zelfs al voor hun geboorte met wormen zijn besmet erg groot is. Het algemene advies is pups te ontwormen op de leeftijd van twee, vier, zes en acht weken, en daarna maandelijks tot het dier een half jaar oud is. Voor kittens geldt het advies te ontwormen op een leeftijd van drie, vijf en zeven weken en daarna maandelijks tot het dier een half jaar oud is.
Het algemene advies voor volwassen dieren is: vier keer per jaar preventief ontwormen, óf vier keer per jaar een ontlastingonderzoek laten doen. Kies je voor een ontwormingskuur? Kies dan het juiste middel, niet alle middelen werken namelijk tegen alle wormen. Lees ook altijd eerst de bijsluiter om te zien of het middel wel voor jouw dier geschikt is. Als je liever eerst wilt weten of er wel sprake is van een wormbesmetting en een bestrijdingsmiddel dus echt nodig is, kun je bij wormen bij honden kiezen voor een ontlastingonderzoek.
Je hond of kat kan na een ontwormingskuur al snel weer met wormen besmet raken. Ook een ontlastingonderzoek is niet meer dan een momentopname. Regelmatig behandelen of onderzoeken is dus noodzakelijk!
Een ontwormingskuur kan best belastend zijn voor de darmflora. Je kunt je dier na de kuur een aantal dagen diepvries vers vlees geven, zoals Prins TotalCare voor hond of kat. Dat helpt de darmflora te herstellen.
Een besmetting met spoelwormen, die tot het geslacht Toxocara behoren, noemen we toxocariasis. Daarnaast kennen we toxoplasmose, een besmetting die wordt veroorzaakt door een kleine, eencellige parasiet die vooral voorkomt in de ontlasting van katten. Ook voor toxoplasmose geldt: zorg voor een goede hygiëne, schone kattenbakken en kattenvrije zandbakken. Zwangere vrouwen moeten extra oppassen, omdat bij een infectie met toxoplasmose de ongeboren vrucht kan worden aangetast.
Een andere vervelende eencellige parasiet die ook de darmen leeft, is Giardia. Meer daarover lees je in dit artikel.